Door het arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen van 25 februari 2021 (RvVb-A-2021-0697) kan het significantiekader van in de genoemde praktische wegwijzers niet langer rechtszeker gehanteerd worden bij de vergunningverlening. Een nieuw beoordelingskader zal vastgelegd worden in de PAS. In afwachting daarvan geldt een Ministeriële instructie en het bijhorende richtsnoer met tijdelijk karakter.
Voor welke projecten is dit stikstofarrest van belang?
Stikstof is mogelijk van belang voor initiatiefnemers van projecten die een vergunning aanvragen. Daarbij is de vraag of stikstofdepositie een risico kan vormen voor de kwaliteit van de natuur in Natura 2000-gebieden (de speciale beschermingszones). De vergunningsaanvraag kan kaderen binnen de opstart van een bedrijf, een hervergunning van bestaande activiteiten, het omzetten van een vergunning naar een omgevingsvergunning of het wijzigen van vergunning, etc.
Meer concreet, of technisch geformuleerd, moet nagegaan te worden of een betekenisvolle aantasting (‘significant effect’) van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone kan worden uitgesloten. Zo’n onderzoek wordt een passende beoordeling genoemd. Deze kan voorafgegaan worden door een voortoets. Dit is een vereenvoudigde test die nagaat of op basis van beperkte informatie een betekenisvolle aantasting kan uitgesloten worden.
De focus ligt hierbij op Europese te beschermen habitats en soorten die voorkomen binnen een speciale beschermingszone en waarvoor instandhoudingsdoelstellingen zijn vastgesteld.Belangrijk is dat het effect zich niet enkel situeert ter hoogte van het geplande initiatief maar zich ook kan verspreiden via de lucht, bodem, grondwater en/of oppervlaktewater over een grote oppervlakte. Ook activiteiten buiten speciale beschermingszones kunnen zo’n effect veroorzaken en dienen dus onderzocht te worden via een voortoets of passende beoordeling.
De activiteiten die zo’n betekenisvolle aantasting (in dit geval vermesting en verzuring door stikstofdeposities) via de lucht kunnen veroorzaken zijn zeer divers. Het gaat van emissies van een productie-, verwerkings- of verbrandingsproces (bv: stookinstallaties, verkeer en mestverwerking) tot het houden van (landbouw-)dieren.
Indien uit onderzoek blijkt dat een betekenisvolle aantasting niet kan worden uitgesloten, kan in principe geen vergunning verleend worden voor het aangevraagde project.
Voorlopige richtlijnen
De tussentijdse aanpak, in afwachting van de definitieve PAS, staat omschreven in een ministeriële instructie.