METHEEN

Meteen inzetten op de implementatie van methaanreducerende voederstrategieën bij melkvee

Binnen het convenant enterische emissies werden al een aantal voedermaatregelen goedgekeurd, waar recent ook subsidies aan gekoppeld werden via de pre-ecoregelingen van het GLB. Met dit project beogen we het demonstreren van deze maatregelen.

Met het Convenant Enterische Emissies Rundvee(CEER) 2019-2030 engageerden 15 organisaties (onderzoeksinstellingen, veevoederfabrikanten, overheid en landbouworganisaties,...) zich om de enterische methaanemissies tegen 2030 met 19% te verminderen ten opzichte van 2005. Binnen het CEER wordt gewerkt aan het beschrijven, borgen en communiceren van verschillende strategieën die rundveehouders kunnen gebruiken om de methaanuitstoot van hun veestapel te reduceren. Op basis van de wetenschappelijke onderbouwing en adviezen van een ad hoc wetenschappelijk team werden reeds een aantal fiches met methaanreducerende strategieën goedgekeurd. De stakeholders van CEER hebben zich geëngageerd om deze maatregelen versneld te implementeren in de praktijk.

In dit kader heeft het Departement Landbouw & Visserij begin 2022 vijf voedermaatregelen goedgekeurd voor subsidies via pre-ecoregelingen in het GLB. Voor de subsidieregeling kan één van onderstaande voedermaatregelen gekozen worden. Dit houdt in dat het additief of voedermiddel in kwestie wordt toegevoegd en/of ingepast aan het rantsoen van melkvee:

  • Geëxpandeerd/geëxtrudeerd lijnzaad
  • Nitraat
  • 3-NOP(reeds goedgekeurd als pre-ecoregeling, wordt binnenkort ook goedgekeurd als maatregel binnen het CEER)
  • Bierdraf samen met koolzaadschroot
  • Koolzaadvet

Aan deze maatregelen zijn strikte randvoorwaarden verbonden. Deze voorwaarden zijn bewust vastgelegd omdat het wetenschappelijke onderzoek waarop het reductiepotentieel van deze maatregelen gebaseerd is binnen deze voorwaarden is uitgevoerd.

Vanuit de sector zelf vangen de partners binnen het CEER echter signalen op dat deze voorwaarden een belemmering kunnen zijn voor het vlot toepassen van de maatregelen. Tegelijk stipuleert het stikstofakkoord van de Vlaamse regering dat zowel melkvee als vleesvee tegen 2030 hun ammoniakemissie met 15% moeten reduceren.

Er heerst dus nog terughoudendheid bij de melkveehouders om deze maatregelen effectief toe te passen. Ondanks het wetenschappelijk aangetoond effect van de opgenomen maatregelen op vlak van methaanreductie, vrezen de melkveehouders de praktische en economische haalbaarheid. In dit project willen we via demoproeven en getuigenissen uit het veld het draagvlak en het vertrouwen in de goedgekeurde maatregelen vergroten. We ambiëren op die manier sneller en meer Vlaamse melkveehouders te overtuigen om methaanreducerende voedermaatregelen uit te voeren op hun bedrijf. Dit doen we door op 10 praktijkbedrijven demoproeven op te starten met deze voedermaatregelen. Samen met de melkveehouders worden haalbare rantsoenen uitgewerkt, en via regelmatige bedrijfsbezoeken worden de veehouders tijdens de demoproef begeleid. De demoproeven worden gekoppeld aan een “voor” en “na” bedrijfsscan en een scan binnen het KLIMREK project, en met de resultaten worden de ILVO rantsoentool geüpdatet. Op basis van deze resultaten wordt via verschillende kanalen gecommuniceerd over de resultaten.

De hoofddoelstelling is dus om via de demonstratie van methaanreducerende strategieën, zoals goedgekeurd binnen de pre-ecoregeling en/of het toekomstig GLB, aan te tonen dat deze maatregelen en de bijhorende voorwaarden wel degelijk toepasbaar zijn op een groot aantal melkveebedrijven, en zo melkveehouders aanzetten om versneld om te schakelen naar één van deze voedermaatregelen.

Naar top