Door pocketvergisting kunnen landbouwbedrijven (deels) voorzien in hun eigen energie-aanvraag, zowel in elektriciteit als warmte. Dit draagt bij tot een besparing van de energiekosten. De vergiste biomassa, het digestaat, kan verder op het bedrijf gebruikt worden als meststof. Dit digestaat bevat meer minerale stikstof dan ruwe mest en heeft dus een hogere werkingsefficiëntie. Pocketvergisting werd opgenomen in het Vlaams Energie- en Klimaatplan 2021-2031 als techniek die de emissies uit mestopslag helpt reduceren.
Alleen worden momenteel nauwelijks meer vergunningen voor pocketvergisters aangevraagd, vanwege de onduidelijkheid rond de bijkomende/gereduceerde emissies van de techniek. Daarom willen we door middel van enkele methaan-, ammoniak- en NOx-metingen de emissies gekoppeld aan een pocketvergister beter in kaart brengen en potentiële kritische punten door middel van aanbevelingen aanpakken. Op die manier kunnen deze resultaten de basis vormen voor onderbouwde vergunningsaanvragen voor pocketvergisters.