Het doel van het project is om samen met de doelgroep te zoeken naar bron- en systeemgerichte ammoniakreducerende technieken en maatregelen op maat van de biologische sector en het individuele biologische bedrijf. Potentiële technieken en maatregelen moeten om die reden breed toepasbaar, low cost en effectief zijn in biologische bedrijfsvoeringen. Vanzelfsprekend dienen ze te voldoen aan de wettelijke bio-normen en volgen ze de biologische principes.
In het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof zal de Vlaamse veehouderij – inclusief de biologische – de komende jaren inspanningen moeten leveren om haar ammoniakemissies significant te reduceren. De huidige PAS-lijst met erkende technieken en maatregelen en bijhorende reductiepercentages is tot stand gekomen zonder rekening te houden met de bijzonderheden van de biologische veehouderij. Ook het bredere onderzoek rond emissievermindering in binnen- en buitenland focust vaak op eerder (hoog)technologische end-of-pipe oplossingen geschikt voor eerder grootschalige, industriële (gangbare) veebedrijven.
Het ontbreekt onze Vlaamse houders van biologische herkauwers bijgevolg aan inzichten en handvaten om op een realistische en kostenefficiënte manier bij te dragen aan deze maatschappelijke opgave. Europa streeft nochtans naar 25% bio-areaal tegen 2030 via de Farm-to-fork strategie als onderdeel van de Europese Green Deal. Zonder wettelijk erkende reductiemogelijkheden die toepasbaar zijn in een biologische context zal deze ambitie dode letter blijven.
De Vlaamse bio herkauwersector bestaat uit een mix van bedrijfstypes, maar is veelal kleinschaliger, gemengder, en meer grondverbonden dan zijn gangbare tegenhanger. Ook is de toegang tot een buitenloop verplicht in het bio lastenboek. Typisch voor biologische landbouw is het systeemdenken, waar we steeds de gezondheid, de samenhang en het functioneren van het systeem als geheel voor ogen hebben. De biosector denkt vanuit problemen voorkomen (brongerichte aanpak) eerder dan vanuit vermijdbare problemen oplossen (end-of-pipe oplossingen).
Tegen die achtergrond willen we via een bottom-up aanpak samen met de biologische veehouders een ‘PAS’-klaar antwoord vinden voor de uitdagingen op vlak van ammoniakuitstoot. De bedoeling is dat de veehouders met elkaar en met de experts in gesprek gaan over de haalbaarheid van bestaande en vernieuwende technieken/maatregelen voor ammoniakreductie, ervaringen delen over zaken die ze hebben toegepast, willen toepassen, kunnen toepassen, en finaal welke potentierijke zaken volgens hen moeten klaargemaakt worden voor validatie-onderzoek om op de PAS-lijst te geraken.
De veehouders worden in dit proces en uitwisselingstraject ondersteund door het projectconsortium dat praktijksuggesties aanvult met literatuurgegevens (indien beschikbaar), verenigbaarheid met het bio lastenboek aftoetst, gewenste en ongewenste effecten op de bedrijfsvoering bij bepaalde keuzes in beeld brengt en doorrekent, en verzuchtingen vanuit de boerenpraktijk vertaalt naar gerichte wetenschappelijke onderzoeksvragen in kader van vervolgonderzoek, het voorbereiden van erkenningsdossiers van kansrijke technieken/maatregelen, of het voorleggen aan de overheid van bio-specifieke aanpassingen van erkende technieken/maatregelen.
De doelgroep zijn de Vlaamse biologische veehouders met herkauwers (melkvee, rundvee, geiten en schapen) van alle schaalgroottes. De resultaten van dit project zijn ook relevant voor kleinschalige gangbare bedrijven aangezien zij vaak niet over de financiële of logistieke mogelijkheden beschikken om hoogtechnologische end-of-pipe maatregelen toe te passen. Daarnaast wil dit project ook het beleid bewust maken van de bio-specifieke uitdagingen én oplossingen van de PASproblematiek.